Laat kinderen weer kind zijn
Eén kind op drie kampt met stress en/of angst. Soms zijn er van die studies die je toch even verstomd doen staan. Eén op drie. Dan spreek je niet meer van een klein probleempje, maar van een massale epidemie. Een pandemie waar het Mexicaanse griepvirus een puntje kan aan zuigen.
Enkele vragen schieten meteen door je hoofd. Kan dit cijfer kloppen? Of hebben de media er een soepje van gemaakt? Hadden wij in onze jeugd ook te kampen met stress en angst? Hoe komt het dat kinderen vandaag zo vaak met angst en stress geconfronteerd worden? Vragen waarop niet altijd eenvoudige antwoorden te geven zijn. Collega-blogster Martine, wijdde haar blog maandag ook al aan dit onderwerp. Maar omdat het zo’n belangrijk onderwerp is, kan het geen kwaad er vandaag nog eens op terug te komen. Voor de details van de studie van dr. Swinnen verwijs ik dan ook graag naar haar blog.
Terugkijkend naar mijn eigen jeugd kan ik me niet herinneren dat ik stress of angst had. Ja, occasioneel voor een examen Latijn of wiskunde was er de nodige spanning. Maar om dat nu stress te noemen? Dat zou toch wat te ver gaan. En ook van angst was er niet echt sprake. Schrik ja, dat hadden we soms. Van de Sint om maar iets te noemen. Veertig jaar na datum doet in de familie nog steeds het verhaal de ronde van de kleine Filip die onder de tafel dook toen de Sint tijdens het traditionele familiefeest op de deur klopte. Om er niet meer onderuit te komen tot de goedheiligman verdwenen was. De eerste ontmoetingen van Pierre met Sinterklaas verliepen ongeveer volgens hetzelfde scenario. En ook wanneer ik weer eens met een rapport met meer rode, dan zwarte cijfers thuis kwam, was dat met een klein hartje.
Met schrik hebben of bang zijn is trouwens niets mis. Het is een natuurlijke beschermingsreactie van de mens. Het zou pas gevaarlijk zijn wanneer we geen schrik meer zouden hebben. Voor het voorbijrazende verkeer, of voor de vervaarlijk blaffende (maar misschien niet bijtende) hond van de buren. Elk kind maakt een fase door waarin het een beetje angstaanjagend is om ’s avonds in het donker in bed te liggen. Die monsters die onder het bed verscholen zitten, weet je nog wel? Maar angst is natuurlijk van een andere orde.
Hadden wij trouwens niet meer reden om angstig te zijn? Wij groeiden toch op onder de nucleaire dreiging? De Koude Oorlog was volop aan de gang en het leek soms alsof er elke dag een SS-20 raket op ons hoofd kon vallen. Films als “The day after” schetsten een hallucinant beeld van de wereld na de nucleaire Holocaust.
Maar ondanks alles konden we nog wel kind zijn. We konden zonder probleem te voet of met de fiets naar school gaan. Zijn er vandaag nog kinderen die niet met de wagen voor de schoolpoort gedropt worden? Waarschijnlijk wel, maar het is toch een kleine minderheid geworden. We konden ook in het donker met de fiets naar huis komen na de tennisles, de baskettraining of de dictie. Van Dutroux was er immers nog geen sprake.
Televisiekijken was nog iets speciaals. Dagelijks was er rond zes uur “Klein, klein kleutertje” en later op woensdagnamiddag de befaamde jeugdreeksen van de BRT. Computer, Nintendo of Wii bestonden nog niet. En de keuze van hobby’s was relatief beperkt: enkele sporten, muziekschool of tekenles. Wij konden gewoon nog kind zijn. We werden niet voortdurend van de ene ‘ontspanning’ naar de andere gesleept. We konden ook gewoon rustig in de tuin spelen of achter ons bed een boek zitten lezen. Misschien moeten we onze kinderen gewoon terug wat meer kind laten zijn.
Filip Ceulemans
Bron: woensdag 05 mei 2010 om 13u47
http://weekend.knack.be/lifestyle/radar/supermama-blog/supermama-blog-filip-ceulemans/laat-kinderen-weer-kind-zijn/article-1195004264233.htm
Reacties
Een reactie posten