Minoes.

Hallo, ik ben Shauni en het is mijn week om de blogpagina bij te houden.
Vanmiddag hebben we naar de film Minoes gekeken.




De film begint wanneer er midden in de nacht in het diepste geheim een geheimzinnige vrachtkar door het stadje Killendoorn rijdt, afgeladen met vaten vol chemicaliën. Eén van de vaten valt in een woonwijk uit de kar. Achter de struiken zit een poes, die het gebeuren met argwaan bekijkt. Ze gaat op onderzoek uit en besluit een likje te nemen van het spul dat uit het lekkende vat komt.
De volgende dag ontmoeten we de journalist Tibbe. Tibbe schrijft voor de Killendoornse Courant, maar omdat hij een beetje verlegen is, en niet gehaaid op allerlei groot nieuws af durft te gaan, schrijft hij eigenlijk alleen maar stukjes over katten. De hoofdredacteur roept Tibbe bij zich, en waarschuwt hem dat hij nog één kans krijgt. Als hij de volgende dag geen goed stukje kan inleveren, moet hij helaas ontslagen worden. Tibbe verlaat het gebouw van de krant terneergeslagen, en haalt als troost wat visjes bij de viskar op het plein. Dan ziet hij plotseling iemand in een boom zitten. Het is een juffrouw in een net groen mantelpakje. Ze is geschrokken van een hond, en zo hoog mogelijk in de boom geklommen. Maar nu de hond weg is, durft ze eigenlijk niet meer naar beneden. Tibbe probeert haar te helpen, maar tegen de tijd dat hij zover is, is de juffrouw alweer uit de boom gesprongen. "Wat een nieuws!", denkt Tibbe verheugd, en hij wil haar interviewen voor de krant, om een artikeltje te schrijven over de juffrouw in de boom. De juffrouw is echter alweer verdwenen voordat hij er erg in heeft.



Wanneer Tibbe 's avonds thuiskomt, en met een schrijfblok door zijn kamer ijsbeert omdat hij nog steeds geen goed artikel weet te schrijven, zit de rare juffrouw ineens voor zijn raam. Ze is op zoek naar eten en een warm plekje om de nacht door te brengen. Hoewel Tibbe er eigenlijk gemengde gevoelens over heeft, laat hij haar toch binnen. Hij vertelt de juffrouw, die Minoes blijkt te heten, dat hij een stukje moet schrijven voor de krant, maar dat hij geen inspiratie heeft. Dan vertelt Minoes hem dat mevrouw pastoor (voor haar is dat de kat van meneer pastoor) een pot gouden munten heeft gevonden. Tibbe gaat er meteen op af, en staat de volgende dag eindelijk met een goed verhaal in de krant.
Om Tibbe te helpen met zijn stukjes, wordt de "kattenpersdienst" opgericht: Via de katten uit de buurt vangt Minoes allerlei nieuwtjes op, die ze aan Tibbe doorspeelt om in de krant te kunnen zetten. In ruil voor de nieuwtjes mag Minoes bij Tibbe in huis blijven eten en slapen, en krijgt ze af en toe een lekker visje.

Dit gaat een hele tijd goed, totdat de katten vinden dat Tibbe eens een stukje moet schrijven over meneer Ellemeet. Meneer Ellemeet wordt algemeen beschouwd als ereburger van de stad, die een deorantfabriek heeft aan de rand van Killendoorn. Door zijn geregelde financiële bijdragen aan verscheidene stadsprojecten is hij alom geliefd. Op de dag dat hij benoemd wordt tot erevoorzitter van de vereniging van dierenvrienden, ontdekken de katten in de stad dat meneer Ellemeet eigenlijk helemaal niet zo'n lieverdje is. Aanvankelijk durft Tibbe het artikel niet te schrijven: het zou een grote schok teweegbrengen in de stad. Minoes en de (andere) katten zijn diep teleurgesteld in Tibbe, dat hij de waarheid niet durft te vertellen.
En dan komt het moment dat Tibbe besluit een knoop door te hakken, en te schrijven over de schurkenstreken van meneer Ellemeet. Hij publiceert het artikel "Ellemeet: Weldoener of boosdoener", waarin hij vertelt over de chemicaliën die Ellemeet 's nachts door de stad vervoert, over de poging om de burgemeester om te kopen met een zwembad, in ruil voor een vergunning ten bate van fabrieksuitbreiding, en over de manier waarop de zogenaamde dierenvriend in werkelijkheid omgaat met de dieren in de stad. Alle katten in de stad zijn blij dat Tibbe dit gedurfd heeft, zo ook Minoes. De rest van Killendoorn keert Tibbe echter de rug toe: Tibbe wordt alsnog ontslagen bij de krant, zijn huisbaas geeft hem een week om uit de zolderkamer te vertrekken, en niemand is nog langer bereid om hem te helpen, na al die beledigingen aan het adres van weldoener Ellemeet.

Minoes en Bibi (het dochtertje van de huisbaas van Tibbe, die overigens in het boek een veel kleinere rol heeft) besluiten Tibbe uit dit lastige parket te helpen. Samen met alle katten van Killendoorn lokken ze meneer Ellemeet in de val, en filmen meneer Ellemeet stiekem wanneer hij op hardhandige wijze probeert af te rekenen met een stel Killendoornse katten die hem een dag lang achtervolgen. Wanneer meneer Ellemeet die avond een goed bezochte lezing houdt om de geplande uitbreiding van zijn chemische fabriek toe te lichten, zorgen Bibi en Minoes ervoor dat niet het filmpje van Ellemeet, maar het filmpje van de katten op het projectiescherm verschijnt. Alle aanwezigen zijn geschokt en de publieke opinie keert zich in één keer tegen Ellemeet. Wanneer Tibbe uit het publiek opstaat om te roepen dat er op de deodorantfabriek misschien nog wel meer bewijzen tegen Ellemeet te vinden zijn, weet hij in één klap de hele stad te mobiliseren om naar het fabrieksterrein te vertrekken. Op het fabrieksterrein ontdekt de woedende menigte het vrachtwagentje, waarmee meneer Ellemeet zijn chemicaliën 's nachts in het geheim door de stad transporteerde, en weet de burgemeester meneer Ellemeet bij de lurven te grijpen, nog voor hij met zijn vrouw naar Chilli kan vluchten.
De volgende dag is Tibbe de held van de stad. Op de krant wordt hij weer aangenomen, en ook zijn huisbaas trekt zijn bezwaren onder veel excuses in. Het enige waar Tibbe echter aan kan denken, is dat Minoes is verdwenen. Ze blijkt weer terug te zijn naar de Emmalaan, waar haar zus een zeldzame goudvind voor haar gevangen heeft. Wanneer Minoes deze goudvink opeet, wordt ze weer een poes, net als vroeger. Tibbe en Bibi zijn erg verdrietig, en Tibbe verzucht, eenmaal terug op zijn zolderkamertje, dat hij maar wou dat ze weer terug was. En dat gebeurt ook, want plotseling staat Minoes weer voor het raam. Ze bleek al zo menselijk geworden te zijn, dat ze de goudvink niet op had willen eten, maar weer vrij wilde laten, uit medelijden met het vogeltje.
Minoes mag voorgoed bij Tibbe blijven wonen, en samen leven ze nog lang en gelukkig.
(Sterker nog: tijdens de aftiteling van de film is er een trouwpartij te zien die dit gelukkige einde nog eens extra benadrukt!)

Ikzelf vond het een zeer mooie film!
Zeker een aanrader voor de mensen die hem nog niet gezien hebben! 

Groetjes Shauni

Reacties

Populaire posts