Hoogbegaafden en huisonderwijs

Hoogbegaafden en huisonderwijs ... hoe zit dat eigenlijk?

Uit een enquête die UHB Vlaanderen in 2020 uitvoerde onder haar groepsleden, bleek dat van de cohorte UHB leerlingen waarover de ouders uitgebreid gegevens invulden, er zo’n 11% in huisonderwijs zat of deeltijds huisonderwijs combineerde met hun schoolopleiding. Dit in schril contrast met de officiële cijfers van leerlingen in huisonderwijs die nog geen halve procent uitmaken van het totaal aantal leerplichtige leerlingen in Vlaanderen.

Officiële cijfers of onderzoek naar het aandeel van hoogbegaafde en uitzonderlijk hoogbegaafden binnen het aantal leerlingen in huisonderwijs in Vlaanderen, bestaan echter niet. Ouders die huisonderwijs aanvragen, hoeven namelijk nergens de reden voor hun aanvraag te registreren. En ook leerlingen die uit schools onderwijs vallen en noodgedwongen in huisonderwijs terecht komen, zijn nergens apart in de officiële cijfers over huisonderwijs terug te vinden. Loes Vandromme, Vlaams parlementslid voor CD&V betreurde tijdens de Onderwijscommissie in april ’23 dat er té weinig gegevens zijn over de profielen van leerlingen die huisonderwijs volgen en riep minister Weyts op om hier verder onderzoek naar te doen.

“Het kan ons meteen ook veel leren over de leemtes of pijnpunten in ons huidig onderwijssysteem.”
Loes Vandromme (CD&V)

Dit onderzoek vond nooit plaats. Op onze vraag waarom hier geen gegevens over bestaan, liet het Vlaamse agentschap voor onderwijsdiensten (Agodi) weten:

Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal hoogbegaafde kinderen en jongeren in huisonderwijs. Naast de vrijstelling voor de leerplicht hebben ouders de vrije keuze tussen een inschrijving in een school of het huisonderwijs. Door deze keuzevrijheid moeten zij geen verantwoording afleggen waarom er bijvoorbeeld voor huisonderwijs wordt gekozen. Er worden daardoor ook geen achtergrondkenmerken verder verzameld over de leerplichtige of het betrokken gezin. De gegevens die moeten worden verzameld, zijn decretaal vastgelegd in het decreet basisonderwijs en de codex secundair onderwijs. Leerlingenkenmerken en de motivering voor de keuze voor huisonderwijs, vallen daar niet onder.
AGODI beschikt daardoor niet over deze informatie.

In Vlaanderen waren er tijdens het schooljaar 2021-22 welgeteld 1.211.810 leerplichtige kinderen. Hiervan zouden er 4.736 onder de noemer ‘huisonderwijs’ geteld zijn (individueel en collectief huisonderwijs samen). Dit geeft een cijfer van nog geen halve procent (0,39%) leerlingen in huisonderwijs. 

Mannaz hoort sinds 2009 wettelijk bij het 'collectief' huisonderwijs. 

Bronnen:

Wanneer we globale schattingen over de aanwezigheid van hoogbegaafde en uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen in onze samenleving toepassen op het totaal aantal leerplichtige leerlingen en het aantal leerlingen in huisonderwijs, komen we tot bijzondere cijfers. Zo zou een percentage van (gemiddeld) 2,5% op 30.295 hoogbegaafde leerlingen neerkomen en een percentage van 0,1% op 1.212 uitzonderlijk hoogbegaafden leerlingen. Passen we hier het Vlaams huisonderwijs-percentage van 0.39% op toe, dan geeft dit de volgende cijfers: zo’n 118 hoogbegaafden en slechts 5 uitzonderlijk hoogbegaafden zouden volgens deze redenering in huisonderwijs zijn.

Dat het aantal hoogbegaafde en uitzonderlijk hoogbegaafde leerlingen in huisonderwijs in Vlaanderen ver boven dit cijfer moet zitten, lijkt bijna ontegensprekelijk. Onderzoek dringt zich dan ook op.

Artikel met dank aan Uitzonderlijk Hoogbegaafd Vlaanderen



Reacties

Populaire posts