Next Generation Onderwijs
Het eerste kwart van een mensenleven bestaat
voornamelijk uit leren, waarvan het overgrote deel plaatsvindt op
scholen. Je leert er niet enkel over interessante wiskunde of biologie,
je pikt er ook sociale vaardigheden op en je maakt vrienden. Tot zover
wat een school zou moeten zijn, nu even naar de werkelijkheid.
Scholen
in Vlaanderen zijn de dag van vandaag een ramp, de methodologie om les
te geven is hopeloos verouderd, leerkrachten worden vast benoemd en
presteren ondermaats, wat leidt tot desinteresse bij de leerlingen.
Bovendien worden er zeer snel kliekjes gevormd in een bepaalde
hiërarchie, wat niemand ten goede komt. Ik vraag me al jaren af hoe het
mogelijk is dat de belangrijkste sector van een economie, namelijk het
opleiden van nieuwe werknemers en werkgevers, zo stiefmoederlijk
behandeld kan worden. Kritiek leveren is natuurlijk altijd eenvoudig,
maar ik zal mijn visie op onderwijs hieronder neerschrijven zodat de
dames en heren in de politiek eindelijk eens gaan beseffen waar de
toekomst gevormd wordt. Niet in de Kamer of Senaat, maar in de
klaslokalen van aftandse scholen.
Klinkt dat je bekend in de oren? Mij in ieder geval wel. Uit dat soort onderwijs moeten dan creatieve ondernemers en mondige burgers ontstaan? Helaas is dat nu eerder uitzondering dan regel.
De hele maatschappij heeft meerdere grote veranderingen ondergaan, zo hebben het internet en meer recent smartphones en tablets ervoor gezorgd dat informatie altijd en overal beschikbaar is. Sociale media zijn medeverantwoordelijk voor het omverwerpen van regimes, maar in het onderwijs komt de kennis nog steeds vrijwel uitsluitend van de alwetende bron, de leerkracht met zijn vaak meer dan vijf jaar oude handboek. Bovendien hebben leerkrachten geen enkele motivatie om te blijven presteren en boeiend les te geven, op de paar uitzonderingen na die leven voor wat ze doen en daar ook trots op zijn. Leerkrachten worden vast benoemd, ze krijgen een gegarandeerde, levenslange job, dat is vragen om problemen. Je kan je toch niet inbeelden dat het er in de privésector ooit zo aan toe zou gaan? Iedereen maakt een drama van de buitensporige lonen van topmanagers, maar die zijn tenminste afhankelijk van geleverde prestaties. Leerkrachten daarentegen verdienen aanvaardbaar hun boterham, maar hun loon is totaal onafhankelijk van de kwaliteit van het werk dat ze leveren, ze worden noch beloond, noch gestraft.
Behalve aanpassingen aan de methodologie van lesgeven moeten ook de gereedschappen een upgrade krijgen. Nog te veel wordt in het onderwijs gebruikgemaakt van handboeken en werkschriften die niet alleen een zware last voor het milieu en de rug van het kind zijn, maar bovendien ook snel verouderd raken en duur zijn om te vernieuwen. De oplossing ligt bij de tablets, ongeveer het formaat van een A4’tje. Alle handboeken en werkschriften altijd bij de hand, en toch slechts het gewicht van een half boek. Daar blijft het echter niet bij, ook aantekeningen kunnen zo eenvoudig gemaakt en bewaard worden. In plaats van met pen, potlood of balpen op papier te krassen en gebruik te moeten maken van passers, geodriehoeken en meetlatten, kan je heel eenvoudig met een touch-pennetje op een aanraakscherm notities nemen en tekeningen maken, waarbij vormen worden herkend en makkelijk manipuleerbaar zijn. Daarnaast stellen softwarematige handboeken scholen in staat om altijd de meest up-to-date informatie te verschaffen en is het eenvoudig om eventuele fouten uit de leerstof te verwijderen. Bovendien krijgen leerlingen zo een krachtige manier om zichzelf te testen. De tablet zou de berekeningen van de student kunnen volgen, interpreteren en aanduiden waar eventueel fouten gemaakt worden. Klinkt dat allemaal als sciencefiction? Toch behoort het tot de mogelijkheden met hedendaagse en betaalbare tabletcomputers.
We hebben het nu al gehad over de methodologie en de gereedschappen, nu even over de structuur.
Momenteel is er een pijnlijk onderscheid tussen beroeps-, technisch en algemeen secundair onderwijs, waarbij spijtig genoeg neerbuigend gedaan wordt over bepaalde richtingen. Om dat tegen te gaan, moet je eigenlijk de leerlingen in staat stellen te beseffen hoe de wisselwerking tussen de richtingen in elkaar zit. Zet een theoretisch wiskundige uit het ASO samen met een elektrotechnicus uit het TSO en een student handel uit het BSO en laat hen ontdekken dat ze elkaar nodig hebben om producten te maken of succesvol een bedrijf op te richten. Integreer de verschillende studierichtingen en laat ze samen grotere projecten realiseren. Dat zal er niet enkel toe leiden dat de onderwaardering van het technisch en beroepsonderwijs verdwijnt, het zal bovendien zorgen voor een sterkere integratie van theoretische dromen en praktische uitvoering. Een ander effect zal zijn dat mensen met verschillende culturele achtergronden en met verschillende visies op de wereld al van jongs af aan leren samenwerken en ideeën uitwisselen. Dat leidt onvermijdelijk tot meer begrip van andere culturen en een uitbreiding van de eigen horizon.
Sociale vaardigheden zijn vandaag onmisbaar, in om het even welk beroep moet je bepaalde keuzes of acties kunnen verantwoorden en kunnen communiceren naar oversten of werknemers toe. Geëngageerder onderwijs leidt tot een grotere betrokkenheid van de leerlingen en staat voor een interactieve manier van leren, niet meer overschrijven en uit het hoofd leren, maar ontdekken en toepassen. Daarnaast zorgt gepersonaliseerde leerstof ervoor dat iedereen de kans krijgt te streven naar zijn persoonlijke maximum. Er is niet langer een watervalsysteem, maar een onderlinge wisselwerking tussen de technische en theoretische richtingen.
Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de menselijke factoren. Zo wordt een heleboel spanning weggenomen bij studenten technisch en beroepsonderwijs omdat ze niet langer het gevoel hebben dat ze geen volwaardige deelnemers zijn aan de maatschappij, wat trouwens volstrekte onzin is. Bovendien worden de ASO’ers met de voetjes op de grond geplaatst. Het wordt hen duidelijk gemaakt dat ze zonder de technici en de mensen die beroepsonderwijs hebben gevolgd niets kunnen realiseren, omdat ze er eenvoudigweg de ‘skills’ niet voor hebben. Daarnaast is er natuurlijk ook de mengeling van culturen en wereldvisies, iets wat steeds belangrijker wordt in deze globaliserende wereld. Te snel heerst onbegrip tegenover andere culturen, dat geldt niet alleen voor andere religies, maar ook voor andere levenswijzen.
Om de samensmelting van culturen en wederzijds begrip te versterken, vind ik dat de Europese Unie het onderwijs moet dicteren. Onderzoek alle onderwijssystemen die er nu zijn, neem van alles het beste en schakel de diploma’s van lager en secundair onderwijs in heel Europa gelijk. Zo zou het mogelijk zijn al van jongs af aan meerdere talen te leren beheersen en ondergedompeld te worden in verschillende culturen, zonder dat de kinderen de kans lopen hun jaar te verliezen. Ikzelf heb een gelijkaardige kans gekregen in mijn leven. Samen met mijn ouders, broer en zus ben ik, toen ik in het zesde leerjaar zat, de wereld rondgetrokken. Zo’n ervaring laat een blijvende indruk na en ik heb toen veel ‘geleerd’ wat niet op school te leren valt.
Vandaag is het echter niet alleen de kwaliteit die telt, scholen moeten ook duurzaam worden. Leerlingen worden van alle kanten bestookt met scenario’s die stuk voor stuk rampen voorspellen, maar zien tegelijk dat hun eigen school allesbehalve energiezuinig is. Verouderde gebouwen met isolatie die te wensen overlaat, de verwarming vreet energie en de verlichting en IT-infrastructuur blijven vaak nodeloos aangeschakeld staan. Hoe verwachten de leerkrachten dan dat hun leerlingen thuis inspanningen zouden leveren of hun ouders zouden proberen te overtuigen om energiebesparende investeringen te doen? De volgende generatie zal serieuze problemen voorgeschoteld krijgen, maar wijs ze dan toch zo goed en zo veel mogelijk in de juiste richting.
Mijn visie op onderwijs sluit dus ook aan bij een duurzame samenleving, niet alleen door de scholen zelf CO2-neutraal te maken, maar ook door jongeren erbij te betrekken en duidelijk te maken dat hun inspanningen echt wel baat hebben. Papierloos werken heeft tot gevolg dat een pak bomen gespaard blijven. Daarnaast zouden scholen zonnepanelen, windmolens of warmtepompen kunnen installeren en samen met hun leerlingen die installaties monitoren en bijhouden hoe groot de bijdrage aan de duurzame maatschappij van morgen is.
Velen zullen hoogstwaarschijnlijk vinden dat ik in een utopie leef, want onderwijs is een log gevaarte dat door bureaucraten en conservatieve directeurs wordt bestuurd en vertraagd. Wel aan hen zeg ik dit: ‘Being defeated is a temporary condition, giving up is what makes it permanent!’ Als we ons neerleggen bij hoe bepaalde zaken - in dit geval het onderwijssysteem - in elkaar steken, dan kunnen we evengoed meteen in ons kist kruipen en alles zijn gang laten gaan. Het onderwijs moet hervormd worden, wil Europa en daarmee ook België nog bestaansrecht hebben in deze 21ste eeuw. Wij leveren geen goedkope arbeid, noch hebben we veel grondstoffen, we hebben enkel kennis. Als we onze enige troef uit handen geven, dan wil ik liever niet stilstaan bij de gevolgen.
Bron: de Tijd -5 december 2011 - Arne Van Acker
Heden
Een kale, bakstenen kubus, binnen zitten zo’n 25 leerlingen voorovergebogen te pennen, ze hebben geen tijd om na te denken over wat ze noteren, ze moeten gewoon zorgen dat ze het noteren, nadenken is voor een andere keer, misschien. Vooraan leest de leerkracht voor, in een hoog tempo uiteraard, want hij moet op schema zien te blijven. Een leerlinge vraagt aan haar buur of ze even kan uitleggen wat ze net hebben genoteerd, de leerkracht vraagt om stilte, interactie en uitwisseling van ideeën zijn storend voor al diegenen die wel tevreden zijn met het hersenloos overpennen, vanbuiten leren en reproduceren tijdens overhoringen.Klinkt dat je bekend in de oren? Mij in ieder geval wel. Uit dat soort onderwijs moeten dan creatieve ondernemers en mondige burgers ontstaan? Helaas is dat nu eerder uitzondering dan regel.
De hele maatschappij heeft meerdere grote veranderingen ondergaan, zo hebben het internet en meer recent smartphones en tablets ervoor gezorgd dat informatie altijd en overal beschikbaar is. Sociale media zijn medeverantwoordelijk voor het omverwerpen van regimes, maar in het onderwijs komt de kennis nog steeds vrijwel uitsluitend van de alwetende bron, de leerkracht met zijn vaak meer dan vijf jaar oude handboek. Bovendien hebben leerkrachten geen enkele motivatie om te blijven presteren en boeiend les te geven, op de paar uitzonderingen na die leven voor wat ze doen en daar ook trots op zijn. Leerkrachten worden vast benoemd, ze krijgen een gegarandeerde, levenslange job, dat is vragen om problemen. Je kan je toch niet inbeelden dat het er in de privésector ooit zo aan toe zou gaan? Iedereen maakt een drama van de buitensporige lonen van topmanagers, maar die zijn tenminste afhankelijk van geleverde prestaties. Leerkrachten daarentegen verdienen aanvaardbaar hun boterham, maar hun loon is totaal onafhankelijk van de kwaliteit van het werk dat ze leveren, ze worden noch beloond, noch gestraft.
Toekomst
Aangezien die pijnpunten als het ware ingebakken zijn in ons denkbeeld, ben ik van mening dat er eens een shock door het onderwijs moet gaan, en wel zo spoedig mogelijk. We moeten evolueren naar een onderwijssysteem waarin leerlingen zichzelf en medeleerlingen kennis eigen maken. Bovendien moet leerstof gepersonaliseerd worden, niet geïndividualiseerd. Het verschil zit hem erin dat dezelfde leerstof op verschillende manieren naar voren gebracht kan worden, afhankelijk van het type brein van de leerling. Zo zouden theoretisch sterke kinderen de theorie kunnen lezen en dan toepassen, terwijl eerder deductief sterke types de theorie net zouden kunnen afleiden door interactieve experimenten uit te voeren. Als nadien dan nog zou blijken dat een leerling de leerstof niet helemaal beheerst, dan kan die zich eerst wenden tot zijn medestudenten. Uitleg geven is namelijk een vaardigheid die vereist de kern van de zaak te snappen en te kunnen (her)formuleren, zo krijg je een win-winsituatie. De snelle studenten leren extra vaardigheden en de minder snelle worden toch geholpen om op hetzelfde niveau te geraken. Uiteraard blijft er wel een leerkracht aanwezig, maar die heeft een helemaal andere job. Het gaat niet meer om onderwijzen, maar om ondersteunen. Enkel wanneer leerlingen in de knoop zitten met vragen, wordt van de leerkracht verwacht dat hij bijstuurt. Hij wordt als het ware een gps, hij stuurt in de juiste richting, maar de leerlingen blijven achter het stuur zitten en leggen zelf het traject af.Behalve aanpassingen aan de methodologie van lesgeven moeten ook de gereedschappen een upgrade krijgen. Nog te veel wordt in het onderwijs gebruikgemaakt van handboeken en werkschriften die niet alleen een zware last voor het milieu en de rug van het kind zijn, maar bovendien ook snel verouderd raken en duur zijn om te vernieuwen. De oplossing ligt bij de tablets, ongeveer het formaat van een A4’tje. Alle handboeken en werkschriften altijd bij de hand, en toch slechts het gewicht van een half boek. Daar blijft het echter niet bij, ook aantekeningen kunnen zo eenvoudig gemaakt en bewaard worden. In plaats van met pen, potlood of balpen op papier te krassen en gebruik te moeten maken van passers, geodriehoeken en meetlatten, kan je heel eenvoudig met een touch-pennetje op een aanraakscherm notities nemen en tekeningen maken, waarbij vormen worden herkend en makkelijk manipuleerbaar zijn. Daarnaast stellen softwarematige handboeken scholen in staat om altijd de meest up-to-date informatie te verschaffen en is het eenvoudig om eventuele fouten uit de leerstof te verwijderen. Bovendien krijgen leerlingen zo een krachtige manier om zichzelf te testen. De tablet zou de berekeningen van de student kunnen volgen, interpreteren en aanduiden waar eventueel fouten gemaakt worden. Klinkt dat allemaal als sciencefiction? Toch behoort het tot de mogelijkheden met hedendaagse en betaalbare tabletcomputers.
We hebben het nu al gehad over de methodologie en de gereedschappen, nu even over de structuur.
Momenteel is er een pijnlijk onderscheid tussen beroeps-, technisch en algemeen secundair onderwijs, waarbij spijtig genoeg neerbuigend gedaan wordt over bepaalde richtingen. Om dat tegen te gaan, moet je eigenlijk de leerlingen in staat stellen te beseffen hoe de wisselwerking tussen de richtingen in elkaar zit. Zet een theoretisch wiskundige uit het ASO samen met een elektrotechnicus uit het TSO en een student handel uit het BSO en laat hen ontdekken dat ze elkaar nodig hebben om producten te maken of succesvol een bedrijf op te richten. Integreer de verschillende studierichtingen en laat ze samen grotere projecten realiseren. Dat zal er niet enkel toe leiden dat de onderwaardering van het technisch en beroepsonderwijs verdwijnt, het zal bovendien zorgen voor een sterkere integratie van theoretische dromen en praktische uitvoering. Een ander effect zal zijn dat mensen met verschillende culturele achtergronden en met verschillende visies op de wereld al van jongs af aan leren samenwerken en ideeën uitwisselen. Dat leidt onvermijdelijk tot meer begrip van andere culturen en een uitbreiding van de eigen horizon.
Gevolgen
In de voorgaande alinea’s heb ik al enkele gevolgen aangehaald, toch wil ik die hier graag nog even herhalen en er nog enkele aan toevoegen. De gevolgen op kwaliteitsvlak zijn vrij kort samen te vatten. Onderwijs wordt socialer, geëngageerder en gepersonaliseerder.Sociale vaardigheden zijn vandaag onmisbaar, in om het even welk beroep moet je bepaalde keuzes of acties kunnen verantwoorden en kunnen communiceren naar oversten of werknemers toe. Geëngageerder onderwijs leidt tot een grotere betrokkenheid van de leerlingen en staat voor een interactieve manier van leren, niet meer overschrijven en uit het hoofd leren, maar ontdekken en toepassen. Daarnaast zorgt gepersonaliseerde leerstof ervoor dat iedereen de kans krijgt te streven naar zijn persoonlijke maximum. Er is niet langer een watervalsysteem, maar een onderlinge wisselwerking tussen de technische en theoretische richtingen.
Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de menselijke factoren. Zo wordt een heleboel spanning weggenomen bij studenten technisch en beroepsonderwijs omdat ze niet langer het gevoel hebben dat ze geen volwaardige deelnemers zijn aan de maatschappij, wat trouwens volstrekte onzin is. Bovendien worden de ASO’ers met de voetjes op de grond geplaatst. Het wordt hen duidelijk gemaakt dat ze zonder de technici en de mensen die beroepsonderwijs hebben gevolgd niets kunnen realiseren, omdat ze er eenvoudigweg de ‘skills’ niet voor hebben. Daarnaast is er natuurlijk ook de mengeling van culturen en wereldvisies, iets wat steeds belangrijker wordt in deze globaliserende wereld. Te snel heerst onbegrip tegenover andere culturen, dat geldt niet alleen voor andere religies, maar ook voor andere levenswijzen.
Om de samensmelting van culturen en wederzijds begrip te versterken, vind ik dat de Europese Unie het onderwijs moet dicteren. Onderzoek alle onderwijssystemen die er nu zijn, neem van alles het beste en schakel de diploma’s van lager en secundair onderwijs in heel Europa gelijk. Zo zou het mogelijk zijn al van jongs af aan meerdere talen te leren beheersen en ondergedompeld te worden in verschillende culturen, zonder dat de kinderen de kans lopen hun jaar te verliezen. Ikzelf heb een gelijkaardige kans gekregen in mijn leven. Samen met mijn ouders, broer en zus ben ik, toen ik in het zesde leerjaar zat, de wereld rondgetrokken. Zo’n ervaring laat een blijvende indruk na en ik heb toen veel ‘geleerd’ wat niet op school te leren valt.
Vandaag is het echter niet alleen de kwaliteit die telt, scholen moeten ook duurzaam worden. Leerlingen worden van alle kanten bestookt met scenario’s die stuk voor stuk rampen voorspellen, maar zien tegelijk dat hun eigen school allesbehalve energiezuinig is. Verouderde gebouwen met isolatie die te wensen overlaat, de verwarming vreet energie en de verlichting en IT-infrastructuur blijven vaak nodeloos aangeschakeld staan. Hoe verwachten de leerkrachten dan dat hun leerlingen thuis inspanningen zouden leveren of hun ouders zouden proberen te overtuigen om energiebesparende investeringen te doen? De volgende generatie zal serieuze problemen voorgeschoteld krijgen, maar wijs ze dan toch zo goed en zo veel mogelijk in de juiste richting.
Mijn visie op onderwijs sluit dus ook aan bij een duurzame samenleving, niet alleen door de scholen zelf CO2-neutraal te maken, maar ook door jongeren erbij te betrekken en duidelijk te maken dat hun inspanningen echt wel baat hebben. Papierloos werken heeft tot gevolg dat een pak bomen gespaard blijven. Daarnaast zouden scholen zonnepanelen, windmolens of warmtepompen kunnen installeren en samen met hun leerlingen die installaties monitoren en bijhouden hoe groot de bijdrage aan de duurzame maatschappij van morgen is.
Velen zullen hoogstwaarschijnlijk vinden dat ik in een utopie leef, want onderwijs is een log gevaarte dat door bureaucraten en conservatieve directeurs wordt bestuurd en vertraagd. Wel aan hen zeg ik dit: ‘Being defeated is a temporary condition, giving up is what makes it permanent!’ Als we ons neerleggen bij hoe bepaalde zaken - in dit geval het onderwijssysteem - in elkaar steken, dan kunnen we evengoed meteen in ons kist kruipen en alles zijn gang laten gaan. Het onderwijs moet hervormd worden, wil Europa en daarmee ook België nog bestaansrecht hebben in deze 21ste eeuw. Wij leveren geen goedkope arbeid, noch hebben we veel grondstoffen, we hebben enkel kennis. Als we onze enige troef uit handen geven, dan wil ik liever niet stilstaan bij de gevolgen.
Bron: de Tijd -5 december 2011 - Arne Van Acker
Reacties
Een reactie posten