Steeds jongere kinderen krijgen faalangst

 

Ongeveer een op de tien kinderen lijdt aan een ernstige vorm van faalangst. Volgens psychologen, leraren en faalangsttrainers krijgen steeds meer jonge kinderen, ook kleuters, er last van. “Scholen zijn te veel prestatiebarakken dan leerhuizen”,  zegt motivatiepsycholoog Willy Lens.  Hij doet zes vaststellingen.


1.       Steeds jongere kinderen krijgen faalangst
Willy Lens, prof. Motivatiepsychologie (KU Leuven): “Je wordt niet geboren met faalangst,  je verwerft het. Krijgen jonge kinderen de kans om taken als veters vastknopen of schoenen aantrekken te leren en het even niet te kunnen? Of moet het meteen goed zijn (omdat er weinig tijd is bijvoorbeeld)? Bovendien vergelijken ouders hun kind te vaak met anderen. Is mijn kind beter, sneller, slimmer, handiger of net niet? Het succes van hun kind straalt op hen af.”


2.       We leven in een prestatiemaatschappij
Willy Lens: “Ouders laten hun zelfwaarde vaak afhangen van het slagen van hun kind. Die druk geven ze door aan hun kinderen. Kinderen worden bang om te falen. Faalangst aanpakken is niet enkel een probleem van de school, ook van ouders, de maatschappij.”


3.       Faalangst is niet abnormaal, er is niks mis mee
Willy Lens:  “Angst, druk, stress zijn normaal. Daar moet je kinderen mee leren omgaan. Als die druk zo groot wordt dat kinderen vluchten, de clown uithangen, lichamelijke klachten krijgen en slechter presteren dan waartoe ze in staat zijn, dan is er wél een probleem: kinderen ontwikkelen hun talenten niet.”


4. We moeten leren omgaan met mislukkingen
Willy Lens: “Faalangst hoeft niet altijd negatief te zijn. We moeten met z’n allen leren omgaan met falen en aanvaarden dat we niet overal goed in zijn en niet overal goed in hoeven te zijn. Scholen zijn nog te veel prestatiebarakken en te weinig leerhuizen. Op school moeten kinderen op zoek kunnen gaan naar waar ze goed in zijn en wat hen minder ligt.”


5.       We geven te weinig applaus
Willy Lens: “Het klopt dat kinderen te vaak worden ‘gepamperd’, op school maar vooral ook thuis. Als je aan de andere kant bekijkt hoe ouders omgaan met prestaties van hun kinderen, dan geven ze toch te weinig applaus. Wat zeggen ouders als hun kind met 17 op 20 voor dictee terugkomt? Ze vragen welke drie woorden het fout heeft geschreven. Of een middelmatige prestatie die best beantwoordt aan wat het kind kan, wordt geïnterpreteerd als een mislukking.”


6.       We verwachten soms te veel
Willy Lens: “We moeten vertrekken vanuit realistische verwachtingen. Faalangst is de angst om niet te slagen in de doelen die je beoogt. Wat zijn die doelen voor een leerling? Zijn dat ouders gelukkig maken? Beter doen dan vorige keer? Het zo goed mogelijk begrijpen? Beter doen dan iemand anders? Veel ouders verwachten ook vaak veel van hun kinderen, voor zichzelf zijn ze vaak minder kritisch.”


 7.       De crisis verhoogt faalangst
Willy Lens:  “Als ouders druk voelen omdat ze hun job dreigen te verliezen of hun inkomsten vallen weg, dan krijg je thuis een klimaat van stress. Ook als ouders uitspraken doen als ‘jullie zullen het later veel moeilijker krijgen dan wij’. In dat klimaat ontwikkel je sneller faalangst. Maar er zijn nog veel meer andere factoren die stress kunnen veroorzaken: een kind dat elke ochtend anderhalf uur in de bus moet zitten vooraleer het op school is, of een kind dat de ene week bij papa woont en de andere week bij mama.”

Bron: Klasse

Reacties

Populaire posts