'Onderwijsinspectie niet te belangrijk maken'



Lezers van de Stentor geven het onderwijs een 5,3. Volgens het werkveld is de Inspectie van het Onderwijs een deel van het probleem. Deze onafhankelijke toezichthouder kaatst de bal terug. „Scholen maken de inspectie veel te belangrijk. Wij bewaken het minimumniveau. Iedere school zou daar boven moeten willen zitten.”  

Hij zegt het zonder aarzelen: scholen maken het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs veel belangrijker dan het is. Ze moeten hun eigen ambitie formuleren en niet hun oor laten hangen naar het meetsysteem van de inspectie.
De meeste kwaliteit is te verwachten op scholen die voor hun eigen ambitie gaan en niet alles op inspectienormen afstemmen. 

"Scholen moeten echt ophouden onze norm als maximum te zien. Het is een minimumnorm," zegt Rick Steur (1955), hoofdinspecteur voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneducatie en hoger onderwijs, in reactie op de serie onderwijsverhalen in de Stentor. 
Steur spreekt van uitholling van de verantwoordelijkheid van de schoolleiding. Die moet problemen aanpakken, zorgen voor goed onderwijs, zelf zien dat het beter kan en moet. "Dat is een continu proces. Wij leggen de lat echt niet te hoog. Anders zou negentig procent van de scholen niet voldoen, zoals nu. Ik maak wel eens de vergelijking met het verkeer. Er zijn regels over snelheid en dergelijke en weggebruikers moeten binnen de lijnen blijven, maar ze bepalen wel zelf het reisdoel." Hij waarschuwt voor het kunstmatig mooier voorstellen van de stand van zaken. "Daar kom je uiteindelijk ook niet mee weg." We spreken Steur in zijn hoofdkwartier in een buitenwijk van Utrecht. Daar zetelt de onderwijsinspectie sinds begin jaren negentig in een vriendelijke verzameling sobere gebouwen in Park Voorn, bewust fysiek op afstand en zo zichtbaar onafhankelijk van de minister in Den Haag. Er werken 524 mensen (469 fte) bij de onderwijswinspectie. Er zijn verder kantoren in Leeuwarden, Zwolle, Zoetermeer, Breda en Eindhoven. Het uitzicht is deze dag buitengewoon troosteloos en somber. Het regent pijpenstelen. Maar in het kantoor van Steur schijnt de zon. Want kom bij Steur niet aan dat het onderwijs in Nederland niet deugt. 

"Negentig procent van de scholen voldoet. Tien procent niet. Kijk je naar het gehele systeem, dan staat Nederland er in vergelijking met andere landen goed voor. Er wordt ook heel hard en met hart gewerkt in het onderwijs." De onderwijsinspectie was tot voor tien jaar de beste vriend van schoolleiders. Maar er is in korte tijd veel veranderd, ook onder druk van belanghebbenden, als ouders. De begripvolle inspecteur die zich beperkte tot een opvoedend gesprek met de school, is vervangen door een inspecteur die duidelijk oordeelt en dat ook nog publiek maakt. De toon is kritisch en kan als het aan Steur ligt nog kritischer en beter. De inspectie neemt het onderwijs de maat om het beter te maken en daarbij horen volgens Steur publieke beoordelingen. Als een school uiteindelijk het stempel zwak of zeer zwak krijgt, is dat voor iedereen zichtbaar. "De beste stimulans om te verbeteren is scholen een foto te geven van de situatie waarin ze zitten." Uit verhalen die de Stentor de afgelopen maanden optekende in de serie Dossier Onderwijs, blijkt dat nog steeds wennen. 

Schoolleiders nemen soms het zekere voor het onzekere, schieten in een kramp en komen daardoor in conflict met personeel. De bedrijfscultuur is in opmars in het onderwijs. Personeel voelt zich gemangeld tussen de eisen van inspectie en leidinggevenden. Rick Steur heeft de verhalen gelezen en is geschrokken. Zeker over het verhaal van een docente die een conflict kreeg met haar leidinggevende, omdat ze een klassegesprek hield over onderlinge conflicten. Dat ging ten koste van het leerrendement, vond de leidinggevende. 

"Kinderen moeten zich veilig voelen op school. Als er conflicten zijn, moet je daar iets mee doen. Anders span je het paard achter de wagen. Je haalt nooit goede leerresultaten met een slecht leerklimaat. Een effectieve school heeft in ieder geval een veilig leerklimaat en goede, inspirerende leraren." 

Steur begrijpt dat het niet altijd makkelijk is. "De druk neemt toe. De maatschappelijke verwachting is groter. En de impact van een beoordeling is moeilijk te overschatten, maar wij laten een school na zo'n beoordeling niet alleen. De enige factor die te beïnvloeden is, ben jezelf. Scholen moeten dus zelf de handschoen oppakken, zich verantwoordelijk voelen en ook in staat zijn weerstand te bieden aan die druk, die niet zal verdwijnen, en professioneel blijven werken aan kwaliteit van het onderwijs. Een predicaat zwak of zeer zwak krijgt een school ook niet van vandaag of morgen. Dan moet een school drie jaar achter elkaar slecht presteren." 

De sfeer op school is volgens Steur van groot belang. "Tegenstellingen zijn niet productief. Het moet wel leuk blijven. Als ik hoor en lees dat de angst voor een slechte beoordeling het plezier vergalt, gaat er iets helemaal niet goed. Als er iets dodelijk is voor het onderwijs is het dat wel." 

Om het onderwijs te verbeteren, gaat de onderwijsinspectie de komende jaren op een breder terrein naar de kwaliteit kijken. Ook hoe scholen het leraarschap organiseren komt onder toezicht. Niet om de taak van de schoolleiding over te nemen, onderstreept Steur, maar om een volwassen personeelsbeleid te stimuleren, want de kwaliteit van de docent is cruciaal bij het streven naar goed onderwijs. "Het is niet makkelijk jezelf voortdurend te vernieuwen. Toch is het nodig. Kinderen veranderen, de maatschappij verandert. Er komen nieuwe technieken en nieuwe mogelijkheden. De verwachtingen veranderen." Veranderen van werkplek kan een docent daarbij enorm helpen, zegt Steur. "Dat is vaak een stroomversnelling voor de eigen ontwikkeling. 

Jarenlang heeft het onderwijs op slot gezeten, maar door een nakend tekort aan leerkrachten ontstaan meer mogelijkheden om eens te verkassen." 

De afgelopen jaren heeft de onderwijsinspectie twintig procent van het personeel ingeleverd, maar Steur klaagt niet. De toezichthouder gaat vooral naar scholen in de gevarenzone, hoewel daar volgens wetenschappers ook nadelen aan kleven (zie kader Pleidooi voor meer meetpunten in onderwijs). "Waarom zouden we elk jaar langskomen bij een bestuur dat het goed doet. We werken vanuit verdiend vertrouwen." De minister heeft de inspectie gevraagd in de toekomst niet alleen aan te geven waar het slecht gaat, maar ook waar het heel goed gaat (excellent), om zo een voorbeeld te geven. 

Lezers van de Stentor gaven het onderwijs het cijfer 5,3. Steur betwist dit cijfer niet. "Alleen zou ik dit cijfer niet geven. Wij oordelen op basis van genuanceerde onderzoeken. Maar het cijfer is een wezenlijke perceptie en dus een belangrijk signaal." 

Veel lezers kwamen met vragen voor de onderwijsinspectie. Rick Steur heeft ze gelezen. Een van de vragen is waarom inspecties meestal worden aangekondigd. "Een kwestie van goed fatsoen. En als scholen het mooier willen maken dan het is, prikken we daar echt wel doorheen." 

Veel lezers ergeren zich aan de grote lesuitval. "Daar zitten we bovenop. Een op de vijf scholen voor voortgezet onderwijs geeft te weinig les. Dat is veel, maar veel minder dan vijf jaar geleden. De lijn omhoog is steil." 

Op school huiswerk maken telt niet mee als les. "Daar zijn strikte criteria voor. Een les telt pas mee in het rooster als er echt een leraar beschikbaar is voor hulp en uitleg." 

Achttien jaar heeft hij zelf voor de klas gestaan. Hij werkte als lerarenopleider en begeleider van aanstaande leraren voor het mbo en voortgezet onderwijs. Hij is jaren schoolleider geweest. Maar ook in die periode stond hij geregeld voor de klas. Om voeling te houden met de werkvloer en om te laten zien wat hij bedoelt met zijn visie op onderwijs. Hij nodigde docenten uit om zijn lessen bij te wonen en er later over te praten. Hoewel hij nu aan de andere kant van de lijn staat, voelt hij niet dat hij op maximale afstand is komen te staan. Over twee weken loopt hij een dag mee met een leerling, om te ervaren hoe die het onderwijs beleeft. 

"Mijn drijfveer is al die jaren dezelfde gebleven: ik wil een bijdrage leveren aan inspirerend en goed onderwijs." 

Een van de lezers van de Stentor kwam in een reactie op Dossier Onderwijs met een hartenkreet. Dat zorg en liefde voor leerlingen beter is dan de focus op scores. "Dat is precies waar het over moet gaan", vindt Rick Steur. "Het onderwijs moet vanuit die liefde hoge verwachtingen hebben van kinderen. Niet om ze te overvragen, maar om ze te helpen. Het onderwijs moet uitdagen en prikkelen en uitgaan van mogelijkheden en niet van wat niet kan. Want dat leidt tot verkramping." 

Bron: De Stentor - zaterdag 17 september 2011 

Reacties

Populaire posts