Ouders komen tijd te kort. Houd kinderen daarom tot 17.00 uur op school

Foto Maarten Hartman

Het gezegde wil dat kinderen de toekomst hebben, maar in het heden houden ze de boel flink op. Kinderen beperken de economische inzetbaarheid van ouders en halen rottigheid uit als er na de bel niet op ze gelet wordt. Scholen kunnen beide problemen oplossen door hen een volle werkdag onderwijs te geven. Die extra leertijd zorgt ook voor behoud van de kenniseconomie.

Met deze argumenten opent Geoffrey Canada, directeur van Harlem Children’s Zone, een discussie in The New York Times. Zijn instituut helpt achterstandsgezinnen op alle levensgebieden, maar de kloof tussen kansarm en kansrijk is volgens hem toch het beste binnen de schoolmuren te dichten. Terwijl welvarende kinderen naar voetbal of muziekles gestuurd worden, hangen hun klasgenootjes uit mindere milieus op straat.

Wat Canada betreft hoeft de extra schooltijd niet alleen besteed te worden aan taal en rekenen. Kunst en sport zijn minstens zo belangrijk. Niet het leren, maar de ontwikkeling van het kind moet centraal staan. Hij vermoedt dat hiermee ook tienerzwangerschappen en obesitas voorkomen kunnen worden. Naast langere schooldagen, pleit de zorgdirecteur ook voor kortere vakanties.

Compenseer wat welvarende kinderen van huis uit meekrijgen

Vicki Abeles, advocaat en maker van een kritische film over de ‘prestatiecultuur’, hekelt het idee van langere schooldagen. “Veel kinderen zitten nu al tegen een ongezonde limiet aan”, schrijft ze. “Beladen met huiswerk, buitenschoolse activiteiten en begeleiding: het zou hun ticket naar succes zijn, maar leidt nu al tot een epidemie van angststoornissen, slaaptekort en burn-outs.” Het echte probleem zit hem volgens Abeles in de kwaliteit van het onderwijs, niet het aantal uren in het klaslokaal. Jonge mensen hebben volgens haar tijd nodig om zich buiten school te ontwikkelen. “Om creatief, fysiek, sociaal en emotioneel te groeien. Een groot deel van het leren gebeurt buiten de klas: met spel, lezen, gesprekken onder het eten, vrijwilligerswerk en bijbaantjes.” Investeren in naschoolse programma’s lijkt haar daarom een beter idee.

Steun krijgt ze van Annie Murphy Paul, een journalist die momenteel een boek schrijft over de wetenschap van het leren. “Doe maar, die langere schooldag, maar gebruik de extra uren dan wel voor een dutje, vrij spel of het beoefenen van de kunsten.” Uit onderzoek blijkt volgens haar dat rust, beweging en creativiteit geen overbodige franje zijn, maar van cruciaal belang voor doeltreffend onderwijs. “Muziek, drama, tekenen en schilderen zijn goed voor de ontwikkeling van academische vaardigheden.” Ook voldoende slaap is volgens haar belangrijk. “De hersenen kunnen het geleerde dan consolideren.”

Paul Reville, onderwijsbestuurder voor de staat Massachusetts, ziet wel iets in langere schooldagen. Maar dan alleen voor kinderen met een achterstand of leerproblemen. De school compenseert dan wat kinderen uit rijkere gezinnen leren op zomerkampen, vakantiereizen en verenigingen. Dat zou de kloof tussen kansrijk en kansarm ook kunnen dichten.

Bron: NRC handelsblad door Steven de Jong op 27 september 2011