School zonder klassen en toch geen chaos
GENT - In de klas van
meester Micha zitten twee kinderen die nog leren lezen en schrijven. In
een andere school zouden ze in het eerste leerjaar zitten. In Het Prisma
in Gent zitten ze samen met 8-, 9-, 10- en 11-jarige klasgenoten. De
school kreeg van Plan vzw het label kinderrechtenschool.
Van onze redactriceHet is zoeken naar de lokalen van de jongste Freinetschool van Gent. Omdat hun oude school heropgebouwd wordt, huizen de bijna veertig leerlingen en hun twee leerkrachten in enkele groene containers, die opgesteld staan in het Henri Story Park. Wie zijn of haar kinderen hier naar toe stuurt, woont ofwel in de buurt, of is erg gemotiveerd.
Om kwart voor tien 's morgens zitten de leerlingen verspreid over de lokalen: enkelen schrijven een ‘vrije tekst', anderen zijn tekeningen aan het maken met een drukmachine, de kleintjes oefenen nog wat met schrijven. Het is mij eerlijk gezegd een raadsel wie bepaalt wat er op dit moment gebeurt.
‘Dat doen de kinderen zelf, in overleg met elkaar en met mij', zegt meester Micha De Brie – Micha voor de kinderen. Het lijkt chaos, maar daarvoor is het te rustig. Er wordt op fluistertoon gepraat, helemaal stil is het dus niet. Er wordt ook niet geroepen of geschreeuwd. Iedereen blijft beleefd tegen elkaar.
Volks
Het Prisma is in meer dan één opzicht een bijzondere school. Vijf jaar geleden was het nog een gewoon kleuterschooltje in een volkse buurt, dat zijn inschrijvingen jaar na jaar zag afkalven. De stad besloot er een volwaardige basisschool van te maken, volgens de Freinetpedagogiek.
Micha De Brie: ‘Ik had al twaalf jaar ervaring in een andere Freinetschool in Gent. De meeste Freinetscholen trekken een nogal elitair publiek aan. Het was dus een geweldige uitdaging voor mij om te zien of het ook hier zou werken, in een volkse buurt als nieuw-Gent, met een heel heterogeen publiek.'
Zestig procent van de kinderen heeft een GOK-statuut, vooral door het lage opleidingsniveau van de moeders. Er zijn kinderen bij van acht of negen verschillende nationaliteiten. Er zijn er ook bij van wie de ouders het vroeger op school zelf niet goed hebben gedaan, zegt De Brie. ‘Voor hen was het in het begin niet zo gemakkelijk om hun vertrouwen te stellen in onze aanpak.'
In wezen gaat het om de klassieke Freinetaanpak, maar dan teruggebracht tot zijn essentie: er zijn twee klassen, en die hebben allebei kinderen van zes tot twaalf jaar. Het zijn zogenaamde ‘classes uniques'. Anders dan in een graadklas wordt er geen leerstof per niveau aangeboden. ‘We halen alleen de jongsten eruit om ze te leren lezen en schrijven'.
Wanneer de oudsten Frans leren, luisteren de jongsten mee. Ze hoeven er niets van op te steken, ze mogen ook best met iets anders bezig zijn, maar soms telt zo'n zes- of zevenjarige mee: un, deux, trois, quatre... Ook voor wiskunde of ‘wereldonderzoek' (WO) gaat het zo. ‘Hier hoeft geen enkel kind bang te zijn dat het niet zal overgaan', zegt De Brie. ‘In het klassieke onderwijs valt een trage leerling er sneller uit. Hier krijgt een kind de tijd en we stellen vast dat een kind dat traag begint na verloop van tijd toch een versnelling hoger schakelt.'
Omgekeerd zijn sommige kinderen sneller weg met iets dat hen in het klassieke onderwijs nog niet aangeboden wordt. ‘Een jongen van negen ontdekte vorige week dat een piramide dubbel zoveel ‘ribben' heeft als zijn grondvlak. Dat is een wiskundige wetmatigheid die normaal pas in het vijfde leerjaar aan bod komt.'
Deurklink
Weer iemand anders vroeg zich af hoe een deurslot werkt: als je de klink naar beneden duwt, gaat het ‘dingetje' naar binnen, maar als je het ‘dingetje' naar beneden duwt, beweegt de klink niet. Na een oproep in de klaskrant – elke week maken de leerlingen die zelf – gaf een ouder een oude deurklink mee. ‘Die gaan we ongetwijfeld onderzoeken', zegt De Brie. ‘Het zal daarbij over hefbomen gaan, wat wel degelijk in het leerplan staat.'
De pauze is begonnen, de meeste leerlingen leven zich buiten uit. Naomi (9) en Samma (8) zijn binnen gebleven: ze willen een tekening drukken. Naomi legt aan Samma uit hoe het moet. ‘Je leert het meest van al door iets uit te leggen aan een ander', zegt De Brie. ‘Of door te imiteren wat je bij een ander ziet.' Ook dat kan in een ‘classe unique' volop.
Maar – en nu komt de hamvraag die alle ouders stellen – zijn de kinderen na zes jaar ook echt klaar voor vervolgonderwijs? Hebben ze alles geleerd wat ze moeten leren? ‘Ze halen in elk geval goede resultaten bij de OVSG-toetsen, waar alle scholen aan meedoen', zegt De Brie.
Directrice Sabine De Vogelas vult aan: ‘Er wordt heel goed bijgehouden hoe ver elk kind staat. Wie ergens mee achter blijft, krijgt extra ondersteuning. Dat kan hier allemaal, zonder dat het kind uit de klas hoeft te worden gehaald. Kinderen worden niet met elkaar vergeleken. Niemand “bengelt aan het staartje”, en ze hoeven ook niet met elkaar in concurrentie te gaan.'
Ook Geertrui De Cock, de moeder van Linus (7), is overtuigd. Haar zoon zit hier sinds dit schooljaar. Vorig jaar ging hij naar een andere, grotere Freinetschool, maar hij aardde er niet. ‘Linus zat er in een graadklas tussen leeftijdsgenoten. Ik had de indruk dat de competitiedrang er groter was. Hij stak zich weg en kwam er niet tot zijn recht. Hier bloeit hij helemaal open. Vanaf dag één zag ik dat het goed zat.'
‘Ik had natuurlijk ook wat schrik van de ‘classe unique', maar die angst moet je loslaten. Ik moet Linus niet vergelijken met zijn nichtje dat ook in het tweede leerjaar zit, en al dit of dat heeft geleerd. Hier leert ieder kind op zijn eigen tempo. Kinderen krijgen op deze school ook veel verantwoordelijkheid: dat doet Linus goed.'
En de kinderen leren er ook extra dingen, zoals een eigen planning opmaken. Of tijdens het kringgesprek een eigen ‘werk' presenteren, dat de anderen beoordelen. Of zelf zo'n kringgesprek leiden.
Geweld
Dat alles verliep in het begin niet zonder slag of stoot. ‘Toen ik hier net aankwam, schrok ik van de agressieve sfeer tussen de kinderen', zegt Micha De Brie. ‘Er vloog al eens een stoel door de klas. Vreemd genoeg wisten de kinderen het geweld niet te benoemen. Dat hebben we dus eerst gedaan: een lijst opgemaakt van wat er allemaal onder geweld valt.'
Gaandeweg is al wat op die lijst staat, uit de klas verdwenen. ‘De kinderen sturen elkaar bij', zegt De Brie. ‘En eens je een goede cultuur hebt in je klas, blijft die ook voor jaren behouden. Omdat er elk jaar maar een paar kinderen vertrekken, en de blijvers algauw de nieuwe cultuur aanleren aan de nieuwkomertjes.'
Een meisje dat in het begin lastig gedrag vertoonde, schreef onlangs in de schoolkrant: ‘Ik weet nu hoe ik later, als ik groot ben, mijn kindjes moet opvoeden.'
Behalve over geweld hebben de kinderen ook flink gedebatteerd over hun rechten en plichten in schoolverband. Dat is uitgemond in een lange lijst van 28 rechten. Dat gaat van het recht op veiligheid – niet omvergeduwd of uitgelachen worden – over het recht op het woord – mogen zeggen wat je te zeggen hebt, maar niet zo dat anderen dat recht niet meer kunnen uitoefenen – tot het recht op pauze. ‘Nogal wat kinderen waren erg aangetrokken tot de gedachte dat ze een pauze zouden kunnen nemen als ze daar zelf aan toe zijn', zegt De Brie. ‘Daar hebben we lang over gepraat. We willen de gedachte niet helemaal afwijzen, maar voorlopig lijkt het ons moeilijk realiseerbaar. Hoe moet het dan met het toezicht? Of met het lawaai van de kinderen die pauze nemen?' Gelukkig waren er ook kinderen die zelf met die tegenargumenten afkwamen.
Wellicht is het ook die democratische aanpak, het concrete recht van kinderen om mee te beslissen, om te spreken en gehoord te worden, dat mee de positieve sfeer in de school teweegbrengt. ‘Kinderen worden hier serieus genomen', zegt De Brie. ‘En ze hoeven zich ook niet te vervelen: er is altijd iets te doen. Ze mogen altijd iets produceren: een tekst, een tekening, een wiskundig werk, een stukje textiel. Ze hoeven niet voortdurend stil te zitten en te luisteren. Ze zijn geen acteurs in het onderwijs dat wij hun aanbieden, ze zijn er net de auteurs van.'
Vanwege al die inspanningen roept Plan vzw de school uit tot kinderrechtenschool. Alle kinderen en leerkrachten gaan op dinsdag 22 november naar het stadhuis in Gent, waar ze hun onderscheiding in ontvangst nemen.
www.hetprisma.freinet.be
Bron: De Standaard - Woensdag 16 november 2011
Reacties
Een reactie posten